Stokken en papier

Op wandelingen langs rotskusten, stranden, rivierbeddingen en uiterwaarden, en ook in de bossen van mijn woonomgeving valt mijn oog op stokken, afgesleten, uitgebeten, en afgerond door zon, zout, steen, weer en/of wind. De lijn van de stok kondigt vaak de gestalte al aan.

Met diverse materialen en vormen zoek ik naar een constructie en daarmee naar de juiste balans. Een balans, in beweging.

Geen stok gelijk, maakt elke vogel zeldzaam in zijn soort. Eenvoud drukt het karakter van de vogel uit. Versterkt door een verenkleed van (handgeschept) papier, al scheurend en plakkend, soms bewerkt met houtbrander.

Dit proces van stokken naar vogel gaat over ontdekken, zien, waarnemen en verbinden, soms vanuit de herkenning en soms vanuit de associatieve verbeelding.

En waarom dan vogels?

Vogels: ze zijn er. Als ze er niet zijn, mis ik iets, merkte ik tijdens een vakantie waarin ik nauwelijks vogels hoorde en zag. Vogels, ze zijn er. Waarom? Waarom vliegen er elk najaar zo’n acht ransuilen in de boom tegenover mijn huis? Wat drijft de manke ooievaar ieder jaar weer naar het weiland bij de molen in het dorp? Waarom zoekt de bonte specht de boom bij de boerderij uit? Voor mij blijft het een wonderlijk mysterie.

Vogels, ze zijn de bewoners van zowel de grond, water als de lucht. Ze bewegen zich tussen hemel en aarde en worden wel hemelse boodschappers genoemd. Hun symbolische waarde kennen we van bijvoorbeeld: de wijsheid van de uil; de duif als teken van vrede of de ooievaar als brenger van nieuw leven.

Vogels, ze fungeren als wekker van de natuur. Met hun zang kondigen ze de dageraad of juist de schemering aan. ’n Vlucht ganzen vertelt ons dat de koude zijn intrede doet. Hoe ingenieus is ook het vermogen tot vliegen: op grote afstanden, de hoeveelheid eten weten te doceren, wegvliegen, weten waarheen en ook de weg terug feilloos weten! Vogels: ik kan er naar blijven kijken, luisteren en me over blijven verwonderen. Elke vogel heeft een verhaal. En dat gaat ver terug in de tijd, zoals in de oudheid toen de zielen van overledenen voortleefden als vogels of in de mythologie, waar de vogel feniks na 500 jaar vlam vat en tot as verbrandt, waaruit een nieuwe feniks herrijst voor een volgende levenscyclus.
Mijn verhaal begint bij het kijken in de natuur, waar mijn oog valt op vormen in dood hout, waarin zich al een gestalte aankondigt.

Er ontstaat een wisselwerking tussen de vogel en mij. Een wisselwerking tussen de hemelse boodschappers en eigen zielenroerselen? Vogels zien, vogels waarnemen, dit vraagt om stil staan…